Gepubliceerd op 16-11-2020

Teapert

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Kwartelkoning ←. De naam wordt ws. genoemd in Albarda 1884 (Naamlijst der in de provincie Friesland in wilden staat waargenomen vogels) [viF 1976 p.403].

In Albarda 1897 staat (foutief?) "Taepert" gespeld. De naam duidt op het geluid; fries alde teapert is een 'kletskous' [ViF p.404].B&TS 1995 verbinden met het friese ww. teapje 'harrewarren, krakelen, twisten'. Fries teapert is ook een "vinnig, kijfachtig vrouwspersoon" [Zantema 1992]; ook in sommige D volksnamen wordt de vogel met een vrouw vergeleken: Alte Magd, Faule Magd [Wüst 1970]. Er is ook een fries gezegde sa bryk as in teapert, wat 'zo scheef als een Kwartelkoning' betekent. Hoe men daaraan komt is mij niet bekend.

ETYMOLOGIE Als Teapert een nomen agentis is (ook fries Wurgert 'Grauwe Klauwier', Kwikkert 'Tapuit' en Skierkert 'Bonte Kraai' eindigen op een -t; maar erg vaak komt in het fries zo'n vorm van het nomen agentis niet voor), dan hoort het bij fries teapje ‘harrewarren, krakelen, twisten' en dit gaat vermoedelijk terug op oudfries tapia 'plukken, trekken, (ook tokkelen?)' [AEW], waarbij het akoestische element dan wel verdwenen is. Dit ww. is ws., evenals mnd tappen, tapen ‘plukken, trekken' en middelengels tappen ‘zachtjes slaan', verwant met mnl taperen ‘spartelen', en dan ook met D zappeln, zabeln 'spartelen' <ohd zabalön en N sappelen 'ploeteren'. Oudnoords tapa ‘verliezen' is ook verwant, maar heeft een heel andere betekenis; onder dit lemma stelt AEW dat de betekenis ‘plukken' het in de buurt brengt van de groep van oudnoords tag 'vezel'. De gutturaal op het eind geeft misschien een opening naar de E volksnamen Daker en Daker Hen, goeddeels onbegrepen namen voor de Kwartelkoning, die Lockwood 1993 in een onomatopoëtische richting duidt. {De Vries 1928 (voetnoot p.111) oppert een samentrekking van the en Akerhen, maar het tweede woord is in het E onbekend.}

< >