Friese namen voor de Scholekster [Zantema 1992; B&TS 1995], die officieel in het fries Stranljip ← heet. Stynsk (ook: stynjesk) betekent 'westindisch, oostindisch', en komt overeen met N Steens (in Steense Kers =Oostindische Kers Tropaeolum majus en Stiens (in Stiense bonen, Pronkboon Phaseolus coccineus).
Dit wordt in dier- en plantennamen gebruikt als aanduiding van 'vreemd', 'exotisch', 'de andere dan men gewoonlijk ziet'; het is een verbastering van oostindisch [vD 1970]. Nog twee voorbeelden: Stynske weet 'Mais Zea mays L.' en Steense Rat 'Guinees Biggetje Cavia aperea f. porcellis', waar ook 'Guinees' zoiets als 'uit een vreemde plaats afkomstig' betekent). Misschien is het ook de basis van de uitdrukking oostindisch doof zijn 'iets absoluut niet willen horen', m.a.w. 'eenzgn. zeldzame vorm van doofheid'. Zie ook Steenspecht.