Charadrius alexandrinus Linnaeus 1758. Plevier die o.a. op stranden voorkomt.
Heette bij Houttuyn 1763 Alexandrynische Plevier, omdat "die door HASSELQUIST in Egypte, aan het Kanaal van den Nyl, is waargenomen." B&O 1822 hanteren de naam Kentsche Plevier (voor Charadrius Cantianus, LATH.) In deel 5 van de 'Nederlandsche Vogelen' (1829) wordt de soort besproken; het is mij niet bekend welke N naam daar gebruikt wordt (mogelijk is dit Zandlooper). Schlegel 1828 noemt de soort (Charadrius albifrons, MEYER en WOLF) "zeer gemeen aan de Hollandsche kusten" [=stranden!], maar noemt helaas geen N naam. Bij Schlegel 1852: "Destrandplevier" en "Menigvuldig op den trek ... aan het zeestrand ..."De soort kwam kennelijk, behalve in Alexandrië ook in Kent voor (E Kentish Plover).
Volksnamen Froekie ←, Gril(tje), ←, Dukelmantsje ←, Sandloopertje [Dijksen 1992], Kreukeltsje.