Gepubliceerd op 16-11-2020

Stakkerduit Stekkerduit

betekenis & definitie

Namen voor de Spotvogel in Winterswijk (Gld). "Stakkerduit", zo umme dee strekke reup dat vöggelken völletids. ("Stakkerdoe-iet", zo ongeveer roept dat vogeltje vaak.) [Schaars 1989; Deunk & Entjes 1971]. Het is een scherpe wn. van de naamgever; Kist 1954 omschrijft de desbetreffende roep als "diederoiet", Thijsse 1938 als "dettero-i", het accent op de laatste lettergreep.

Het lemma is dus een zuivere onomatopee. Het is niét ws. dat er bij het eerste deel van de naam aan N stakker (<oudnoords stafkarl 'bedelaar, ' kerel' die met ' staf' (stok) in de hand rondzwerft') gedacht is; de vogel maakt nooit een stakkerige indruk.

< >