Gepubliceerd op 16-11-2020

Spotlijster

betekenis & definitie

Mimus polyglottos (Linnaeus: Turdus) 1758. Vrij forse noordamerikaanse, iets op een Klapekster gelijkende Zangvogel, die als (mogelijk) wilde vogel enige malen Europa bereikt heeft.

Als wilde vogel wordt in ieder geval beschouwd een op 16 oktober 1988 op Schiermonnikoog ontdekt exemplaar. Linnaeus kende de soort uit het werk van Catesby (1731/1743). Zo komt hij bij Houttuyn 1763 ter sprake, en deze noemt hem: Groote Spotvogel (vgl. sub Spotvogel). Citaat: "Deezen noemen sommigen de Indiaansche Klapper, zeggende dat hy niet ongelyk aan den Gaay maar wat kleiner is. De Inwooners van Virginie heeten hem graauwe Spotvogel, en de Engelschen, in 't algemeen, Spotvogel, of ook Amerikaansche Zing-Lyster. Hy is van grootte byna als een Merel, doch langer van Lyf.

Allerley Vogelen worden door hem, met zyn Gezang of Fluiten, nage-aapt. Hy leeft van Kersen, Hagedoorn- en Kornoelje-Besiën, en eet ook Insekten. Men vindt hem in Virginie, Karolina en Jamaika. BRISSON noemt deezen le grand Moquer, dat is de groote Spotter."

< >