Hoplopterus spinosus (Linnaeus: Charadrius) 1758. Synoniem Vanellus spinosus.
Op een Kieviet gelijkende en daarmee verwante Steltloper, met een kleine, maar scherpe spoor (hoorn?) aan de voorvleugel, op de grens van armvleugel en handvleugel, waarnaar de soort in de meeste talen genoemd is. De soort komt voor in tropisch Afrika, maar het verspreidingsgebied heeft een uitloper langs en tot de monding van de Nijl en in Griekenland en KleinAzië. In N en België is de soort meermalen waargenomen; de status van de hier verschijnende vogels is echter nog onduidelijk. De wetenschappelijke geslachtsnaam duidt op de spoor aan de vleugel; nu nog is de nieuw Gr naam Hoplópteros ho akanthophóros (Gr hóplon 'wapen; ook: werktuig' etc.). Of de Oude Grieken de soort ook beschreven hebben, weet ik niet. De soort is een nieuwkomer in Griekenland; het eerste bewezen broedgeval is uit 1959.BENOEMINGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1763 vertaalt Linnaeus' omschrijving: "Plevier met de Slagpennen, Borst, Buik en Pooten zwart, de Staartpennen half wit, de Schouderen gedoornd." en verder: "Deeze laatste byzonderheid verstrekt tot een zeer duidelyk Kenmerk van deezen Vogel, dien HASSELQUIST in Egypten waargenomen hadt. De Heer BRISSON vergelykt 'er mede, zynen gedoornde of gewapende Plevier van Senegal, door ADANSON aan REAUMUR gezonden, waar van hy de Afbeelding en beschryving geeft, als volgt ..." Houttuyn geeft in de marge (van p.262) de naam Doorn-Wiek op en in zijn Bladwyzer Doornwiek Plevier. Op Plaat XLIV moetFig. 7 de soort voorstellen, maar hier is ergens iets fout gegaan: de gekleurde figuur heeft redelijke gelijkenis met een in Achter-Indië voorkomende verwante soort, Vanellus duvaucelii (River Lapwing).
Kist 1954 en NAE 1958 vermelden Sporenkievit.
