Noordbrabantse naam voor de Dodaars [B&TS 1995; niet vermeld in WBD]. Letterlijk betekent de naam: 'zakje'.
Daarmee wordt verwezen naar het gebruik van het huidje (balgje) als zakje o.a. ter bewaring van hagel (zie sub Hagelzakje) en tabak (zie Toebakzakje).Voor de etymologie van zuidN pook zie sub Pongmieske.