Numida meleagris (Linnaeus: Phasianus) 1758. Vrij grote vertegenwoordiger uit de orde der Hoendervogels, donkergrijs van kleur, en met witte ronde vlekken op de meeste veerpartijen, als ware hij met parels overdekt.
Het Parelhoen komt in wilde staat in Centraal- en Zuid-Afrika voor, en vrijwel niet in de WP. Als gedomesticeerd Hoen is de soort al bekend bij de Grieken en Romeinen. Fries Poelepetaat ←, ook elders in den lande in gebruik, is een verbastering van de naam die Houttuyn voerde.BENOEMINGSGESCHIEDENIS Een oude N naam is Dootshoofdeken ←, bij Junius 1581 [Suolahti p.247].
Houttuyn 1763 noemt de soort Poule peintade (p.378) en Peintade (p.381). Bij deze auteur nog niet de naam van het lemma; wel geeft Houttuyn D Pert-Huhn op, wat een corruptie is van D Perlhuhn bij Klein 1750 [Suolahti]. Vroeg 1764 geeft Paarl hoen (synoniem Poulepeintade).