Groningse volksnaam voor de Koperwiek [VPG 1983], naar diens oranje (eigenlijk beter dan koperkleurige) flanken en (bij onderaanzicht in vlucht) ondervleugels. Deze kleur neigt naar (licht)rood, waardoor D Rotdrossel en E Redwing eveneens juist getroffen zijn.
Gavere & Bemmelen 1856 geven "Oranjelijster"; de groningse naam in 'vertaling'.ETYMOLOGIE oranje (=kleur) <mnl oranghe (1371), oraynge (1364) 'oranje' ?<F orange (1515) <mf pomme d’orenge (c.1300) [NEW 1992; VT 2000; Robert 1993]; mnl araenge, appel van araengen [MH], appel van oraengnen (1512) [VT], arance, aranie 'oranje(appel)' en, als bnw., de kleur van deze [MH 1932]. De vrucht is genoemd naar de F plaats Orange waar veel sinaasappels werden verhandeld; maar er is tevens ook volksetymologie in het spel, want het woord voor de vrucht stamt van arabisch naranj, narandj /perzisch narenj narang, naraag (vgl. Sp naranja) [VT 2000; vDE 1993]. NEW 1992: "F orange ontstond onder invloed van F or 'goud'."; NEW kent kennelijk geen invloed toe aan de plaatsnaam Orange.
{N pomerans/D Pomeranze 'vrucht van de Oranjeboom Citrus aurantium L.' <m.e.Lat pomarancia <(oud)Itpomo 'appel' + arancia (arancio) 'sinaasappel'; D Pomeranzenvogel en deens Pomerants-Fugle staan voor de 'Morinelplevier', vermoedelijk naar de oranjeachtige kleur van de juveniele vogel of naar de donkerbruin-oranje borst van de volwassen vogel [Wüst 1970, resp. Blicher 1795 (in Schioler 1925)].}