Puffinus puffinus (Brünnich: Procellaria) 1764. Bij bepaalde weersen windomstandigheden in kleine aantallen voor onze kust verschijnende soort van Pijlstormvogel ←.
Broeden doen ze in de Lage Landen niet; de hoofdmacht broedt ten westen (niet zozeer ten noorden) van ons. Tot de 'introductie' van de naam Vale Pijlstormvogel ← werden de zuidelijke (overwegend mediterrane) populaties mede inbegrepen onder de naam Noordse Pijlstormvogel.Fries Swartsnaffelmok ←.
BENOEMINGSGESCHIEDENIS Schlegel 1852 noemt noordsche pijl-stormvogel (cursief), en als toenmalige wetenschappelijke naam Puffinus arcticus, Faber1 1822. Mogelijk is het element 'noordsche' de 'vertaling' van arcticus. Ten tijde van B&O 1822 luidde de wetenschappelijke naam Procellaria Anglorum, TEMM., en deN naam: De Engelsche Onweersvogel. Inderdaad broed(d)en er veel op de Britse Eilanden.
1 Fredrich Faber was een jong gestorven deens ornitholoog (1796-1828), die door Stresemann 1996 veel lof kreeg toegezwaaid wegens zijn scherp waarnemen (van o.a. vogels op Ijsland) en nuchter denkvermogen.