Gepubliceerd op 16-11-2020

Nachtegaalrietzanger

betekenis & definitie

Oudere N naam voor Snor ← ws. wegens het gelijkaardig als Nachtegaal gekleurde verenkleed. De naam houdt tevens verband met de wetenschappelijk naam voor de Snor (luscinioides) en sluit aan bij het verlangen om alle vogels die verwant zijn gelijke N 'achternamen' te geven.

Bij de andere Locustella-soorten echter geeft de voornaam (Sprinkhaan-, Krekel-) een verwijzing naar het geluid dat deze vogels maken. Ondertussen is Snor ook een 'achternaam' geworden: bijv. in Siberische Snor ← en Grote Snor Locustellafasciolata (Gray).Houttuyn 1763 (p.200) gebruikt de officiële N naam Kwak, maar kent de naam Nagtraaf wél: "Andere hebben hem Nycticorax geheten, dat is Nagtraaf, gelyk men hem in Duitschland schynt te noemen, en de Engelschen geeven 'er ook den naam van Night-Raven aan; doch wy noemen hem Kwak, volgens CHARLETON, en de Franschen Bihoreau of Roupeau. Deeze benaamingen zyn daar van afkomstig, dat hy by Nagt roept of schreeuwt met een zeer onbevallig Geluid, even als van iemand die braaken moet. Van sommige Duitschers wordt hy ook Bundter Reger en Schildreger getyteld."

Deens Natravn en noors Nattravn (letterlijk 'nachtraaf') is daar de naam voor de Nachtzwaluw ←. D Nachtrab(e) is een volksnaam voor zowel de Kwak als de Nachtzwaluw [Wüst 1970]. E Night Raven is een volksnaam voor zowel Roerdomp als Kwak; E Night(-)Crow is een volksnaam voor zowel de Kwak als de Nachtzwaluw [Jackson 1968].

MH 1932 geeft als vertaling voor mnl Dwaesvogel (zie sub Dwaaske) "Nachtraaf"; gezien de huidige betekenis van Dwaaske ^Nachtzwaluw' nl.) zal ook hier met Nachtraaf niét de (zeldzame) Kwak, maar de Nachtzwaluw bedoeld zijn.

< >