Gepubliceerd op 16-11-2020

Mussenuil Musuil

betekenis & definitie

Volksnaam voor de Steenuil in Gemert (NB), Heist-aan-Zee (WVl) en Ertvelde (OVl) [WBD; WVD]. Voor deze soort werd de eerste naam al gebruikt door Schlegel 1828.

Van Dobben 1957 geeft Mussenuil als officiële naamvoorde Dwerguil ←.De betekenis van het eerste deel komt overeen met die van het eerste deel in D Sperlingseule [Suolahti 1909] en Sperlingskauz, de officiële D naam voor de Dwerguil (beide D namen worden ook wel als volksnaam voor de Steenuil gebruikt [Wüst 1970]) en met de speciesnaam passerinum van de Dwerguil. De relatie met de Huismus of met Mussen in het algemeen die de naamgever wilde uitdrukken is de volgende, verwoord door Houttuyn 1762: "... om dat men 'er gebruik van maakt tot het vangen van klein Gevogelte, gelyk Mosschen en dergelyken; waar op ook de toenaam van Passerina sluit." 1 Niet uit te sluiten valt dat bij later gebruik van de naam gedacht werd aan een aanzienlijk deel van het menu van (vooral) de Steenuil of aan het lastig gevallen worden van de Steenuil door kleine vogels (zoals Mussen). Zou men bedoeld hebben dat men de Uilen in kwestie nauwelijks groter dan een Huismus vond, dan zou dat vóór 1995 de spelling *Musseüil vereist hebben.

1 Gesner 1555 spreekt van Uilen die vanuit het noorden van Duitsland ("Niederland" in HG p.332)) naar Zwitserland werden geëxporteerd en die men Niderlendisch kutzen noemde [Suolahti 1909 p.319]. Deze soort kan alleen de Steenuil geweest zijn, niét de Dwerguil. De Vogelaarsuil ← was dus ook de eerste soort, ws. niét (of dan toch in veel mindere mate) de laatste. Dit betekent dat de soortnaam passerinum, vrij vertaald 'om Mussen mee te vangen', uiteindelijk óók niet bij de juiste soort is terechtgekomen. Eerder was dat wél het geval: bij B&O 1822 werd aan "Strix Passerina" (deze naam ook bij Schlegel 1828) de N naam "Het Katuiltje" gegeven; gezien de broedvogelstatus die deze soort volgens de auteurs in N had, moet dit de Steenuil oftewel de Vogelaarsuil geweest zijn.

< >