Dendroica (coronata) coronata (Linnaeus: Motacilla) 1766. N naam, naar vertaling van Am/E Myrtle Warbler [bijv. in Sharrock & Sharrock 1976] voor één der amerikaanse zgn.
Wood Warblers. De vogel wordt zo genoemd naar zijn voorliefde (in Amerika) voor de bessen van de Eastern Wax Myrtle Myrica cerifera en Northern Bayberry (voor wat de vegetarische kant van zijn dieet betreft; de vogel eet het liefst insecten en spinnen).De Myrtle Warbler Dendroica coronata werd tot 1973 als een aparte soort beschouwd, maar werd toen gelumpt met de Audubon's Warbler D. auduboni. De naam Yellow-rumped Warbler werd vanaf toen gebruikt, en deze naam werd in het N vertaald met Geelstuitzanger ←. In Europa komen echter uitsluitend de oostamerikaanse representanten van deze gelumpte soort voor, welke dus (in Europa) met recht de 'oude' naam Mirtezanger (resp. Myrtle Warbler) kunnen blijven dragen. Het exemplaar op Vlieland dat op 13 oktober 1996 door Guido Bulteel en Tom van der Have als eerste voor de Lage Landen ontdekt werd, werd positief op ondersoort gedetermineerd als D. c. coronata, de ('oude') Mirtezanger dus. Gooders 1979 noemt de volgende namen: F Fauvette couronnée; It Parula coronata; Sp Picafollas coronado; D Kronwaldsanger [Jonsson 1992 idem]. Loppenthin et al. 1976 geeft deens Myrtesanger.
ETYMOLOGIE N Mirt(e) Myrtus communis L., een aan Venus gewijde, zeer geurende struik uit het Middellandse Zee-gebied; vgl. mirtekrans =bruidskrans) <Fmyrte (1512) (=Mirt) <oudfr mirte (13e eeuw) <Lat murtus, myrtus <Gr juupxog murtos <perzisch mürd [Weekley 1967] en/of <oudsemitischmurr 'bitter' [NEW 1992].
E/Am myrtle <F myrtille (1565) ( = (Blauwe) Bosbes Vaccinium myrtillus L.) <oudfr mirtile (13eeeuw) <Latmyrtillus <Latmyrtus (=Mirt).