Mnl benaming voor de Hop. MH 1932 geeft als omschrijving: "Drekvogel, hop".
Bij Jacob van Maerlant (1225-1291): linghin uoghel. Ook de spellingen linghenvoghel, linghinvogel [Verwijs & Verdam 1885/1929; Wilms 960731,8]. Het benoemingsmotief is hetzelfde als bij Drekhaan ←, Slijkhaan ←, Stronthaan ← en Schiethoepe ←. Mnl lingene (lingne, lingine) betekent nl. 'vuilnis, slijk, drek, modder' [MH 1932]. Het blijkt ook uit het volgende mnl citaat: "In den drec nestelt hi ... gherne hout hi hem ghemanc in steden daer es quaet stanc: dies heetmen den linghenvoghel." (In de drek (stront) nestelt hij ... graag verblijft hij op plaatsen waar het kwalijk riekt: daarom noemt men hem de 'drekvogel') [Jacob v. Maerlant, Nat.Bl. III, vs.3512c.1266].ETYMOLOGIE lingen-: mnl lingene 'vuilnis, drek' heeft het nieuwN ws. niet gehaald. N leng ‘bederf in graan; bederf in brood, waardoor de broodkruim slijmig wordt' is etymologisch verwant, evenals Nlijm, leem (Latlimus), slijm, likken (Lat lingo), slijk (zie sub Slijkhaan). Idg *(s)lei 'slijmerig, glad, uitglijden'.
Er bestaan ook mnl sliminge 'drek, vuil, slijk' en mnl slimich 'modderig, slikkig, kleverig' met voorgeschovens[MH 1932].