Elementen uit friese volksnamen voor de Scholekster, zoals Bünte Liuw (letterlijk 'bonte Leeuw'), Stynske Liuw (letterlijk 'oostindische Leeuw') en Bonte Luw. Lieuw en Lieuwe zijn texelse benamingen voor de Scholekster; Lieuw ook bij Calkoen 1903 (niet speciaal voor Texel).
Oost- en noordfries Liiw, Lüüw. Deens Luif [De Vries 1912, 1928]. Schinler 1925 vermeldt deze naam niet; Lofugl (=Kluut op Samse) bij Faber 1824 is wat er het meest op lijkt.Lieuwe is ook een mansnaam, en vogels krijgen deze dikwijls (maar hier ws. toch secundair). De betekenis 'Leeuw' heeft ws. alles met de mansnaam te maken en niets met de vogel. De verwijzing naar Oost-Indië is mogelijk grappenmakerij, maar kan er ook op duiden dat men de Scholekster iets wezensvreemds vond hebben vergeleken met een bekendere soort (zoals de Kieviet bijv.). Meer hierover sub Stynske Ljip.
Al deze elementen lijken te corresponderen metnoorsLo en ijslandsLóa (=Plevier), -lewinE Curlew 'Wulp' en -lieu in mf Corlieu, Courlieu (=Wulp, 13eeeuw) >F Corlys (1555) >F Courlis 'Wulp'. Zie ook Scharluup. Mogelijk zijn dit alle klanknabootsingen, maar het is wel vreemd dat in het F de oudste vorm het minst fraai klanknabootsend is voor wat de roep van de Wulp betreft. Zie ook sub Kuilder. [Lockwood 1993; Wilms 970509,4]