Gepubliceerd op 16-11-2020

lerdswel

betekenis & definitie

Officiële friese naam voor de Oeverzwaluw ← [Boersma 1972]. De Vries 1911 noemt de volgende namen: Ierdsweal, Sansweal en Skiere-sweal.

Fries ierde 'aarde, grond', dus Ierdswel is letterlijk 'grond-Zwaluw, Zwaluw die in de grond kruipt', doelend op de zelfgegraven nestholen in doorgaans steile kanten (niet op het overwinteren ondergronds! vgl. sub Modderswel). Het benoemingsmotief is hetzelfde in Zandzwaluw ←, gronings Eerdzwaalf [Gavere & Bemmelen 1856], Eerdswaalf [VPG 1983], limburgs Eerdzwelf [Hens 1926] en Zandzwerbelke en Grondzwelf [WLD], brabants Dijkzwolm, Aardezwolm en Zandzwalmke [WBD], vlaams Eerdzwalme [De Bo 1973/1892; WVD], de D volksnaam Ertswale [Wüst 1970], fries Grunswel (<fries Grounsweal) en officieel zweeds Backsvala1 [NAE 1958] (zweeds backe 'grond, bodem; heuvel'). N Aardzwaluw ← is de naam van eerste keus bij B&O 1822 ("De Aardof Oeverzwaluw"). Houttuyn 1763 had die naam al genoemd, maar meer bij wijze van suggestie: "Men zou ze Aard-Zwaluw noemen kunnen." Schlegel 1852 gebruikt deze naam niet, maar Schlegel 1858 noemt hem als één der alternatieve namen. Idem Albarda 1897.1 In Am Bank Swallow (ook een E volksnaam) is E bank etymologisch verwant met zweeds backe (<oudnoords bakki 'verhoging, heuvel, rivieroever') en met N bank (oorspronkelijk wellicht een verhoogde aardrand waarop men zitten kon, bijv. om de dingplaats). Hoewel de aarde (=grond, klei) het bestanddeel van de bank uitmaakte, drukt het grondwoord ws. 'gebogen' uit: de zitbank als welving van de grond. Vandaar de betekenissen ‘heuvel' (in het zweeds) en ‘verheven grondlaag, rivieroever' (in het E).

< >