Locustella fluviatilis (J Wolf1: Sylvia) 1810.
(1) In de Lage Landen niet broedende en zelden op de trek verschijnende, met de Snor ← verwante 'Rietzanger'. De zang lijkt op het geluid van een Krekel, of meer nog, op het geluid van bepaalde Sprinkhanen. De soort werd in september 1924 voor het eerst in N vastgesteld. Op dat moment bestond in N de in het lemma genoemde naam al, maar deze gold toen (2) hier en daar voor de Sprinkhaanzanger L. naevia ← [Strijbos 1930 p.121]. De soort werd toen ter onderscheiding Grote Krekelzanger genoemd [Mörzer Bruyns & Rooth 1955, Ardea 43: 271; Van Dobben 1957 p.33] omdat hij een fractie groter is dan L. naevia. Sinds deze laatste inmiddels steeds minder Krekelzanger werd genoemd, kon aan de naam Grote Krekelzanger het bnw. 'Grote' zonder verwarring worden weggelaten.
Voor fries Wekkerke, zie aldaar.
De wetenschappelijke familienaam Locustella komt van Lat locusta 'Sprinkhaan'.
ETYMOLOGIE N Krekel, zeeuws Krikel <mnl crekel, criekel, crieke; mnd krekel; F cricri; geluidsnabootsende woorden, evenals de bijbehorende ww.en krekelen, iteratief van kreken [Kiliaan; NEW 1992]. {F criquet (eind 12e eeuw) 'Sprinkhaan' >E cricket 'Krekel'; het (E) woord voor de sport met die naam is verwant met N kruk (wat niets over de kwaliteit van die sportbeoefenaars zegt).}
1 Johann Wolf (1765-1824) was een leraar in Nürnberg (Duitsland), die eerst alleen, later met dr. Bernhard Meyer (1767-1836), de tekst schreef bij door Ambrosius Gabler vervaardigde platen van in Duitsland voorkomende vogels (Naturgeschichte der Vögel Deutschlands). Zie ook sub Literatuur Meyer & Wolf 1809. [Stresemann 1996]