Volksnaam voor de Wilde Zwaan in Ieper (WVl), genoteerd door De Bo 1873/1892 en Gezelle 1881-1895 [WVD 1996 p.192]. Koernoel zou een zuivere onomatopee kunnen zijn naar het joelende geluid dat Wilde Zwanen, ook 's winters als ze in de Lage Landen opduiken, kunnen maken.
De variant Karnoel ← zou door het fenomeen van vortoniges a verklaard kunnen worden, evenals de varianten Karoen en Karhoen in Woumen (WVl) en Reninge (WVl). Kanoer [De Bo] is nog weer een andere variant, een anagram of r-metathesis van Karoen. In Zeeland is de naam Kernoel(je) opgetekend [B&TS]. Dat de namen zo verbasterd werden is ws. een gevolg van een onbegrepen begin-woord, wat men van een zuivere onomatopee verwachten kan als de vogel die het desbetreffende geluid maakt niet zeer algemeen voorkomt (zoals bijv. wél de Koekoek; met deze naam werd dan ook veel minder 'gesold').