Volksnaam voor de Tureluur in Borssele [Warren 1996] of mogelijk in een groter deel van Zuid-Beveland (Zld) [B&TS]. Deze bron geeft ook de naam Kliefje voor de Tureluur in ZuidBeveland.
Als verklaring voor de naam probeert men: "duidt misschien op de witte rugwig die de vogel als het ware klieft" (p.117). Kennelijk vatten deze auteurs de naam niet als een onomatopee op.ETYMOLOGIE De naam mag ws. niet los gezien worden van de namen Lieveken en Liewiet voor de Tureluur in Zeeuws-Vlaanderen (Zld). Bijna identieke namen zijn er in Zeeland/Zuid-Holland ook voor de Scholekster: Lieven op Schouwen en Liwiet op Goeree. In Noord-Holland is er dan nog Liewietje ← voor de Bosruiter. Zeer goed mogelijk zijn al deze namen klanknabootsingen, maar de aanwezigheid van steeds een -laan het begin van de naam kan geen toeval zijn, temeer daar een vogel moeilijk de [l]-klank kan produceren. Inderdaad vormen al deze namen een 'groep' met N Lieft ←, Lieuw ←, Lieven ← en Laai ←, in de scandinavische landen Lo(a) 'Plevier' en de elementen -lew in E Curlew 'Wulp' en -lis in F Courlis 'Wulp'.
Ter verklaring van de k in de naam kan gedacht worden aan een oudere, twéélettergrepige voorganger. Zo veronderstelt Wilms [970831,5] de naam *Kelie(w) voor de Scholekster, dat de vluchtroep van deze soort aardig weergeeft. Inkorting van meerlettergrepige ono's komt nogal eens voor; zie sub Kieft, Kwartel, Koekoek en Verantwoording: Termen.