Gepubliceerd op 16-11-2020

Gemeene Leeuwrik

betekenis & definitie

Tweede keus naam bij B&O 1822 voor de Veldleeuwerik Alauda arvensis. Gemeene heeft hier de betekenis van 'gewone' (zie sub Gewone Fuut), welk woord als synoniem gebruikt wordt: de auteurs noemen naast "De gemeene Spreeuw" ook "De gewone Patrijs", "De gewone Trapgans", "De gewone Faisant", "Het gewone of Europische Boomkruipertje".

Ook Schlegel had de gewoonte om het bnw. ‘gewoon' of ‘gemeen' mee te nemen in de officiële (boeken)naam, als aanwijzing dat er nog meer soorten in een bepaald vogelgeslacht voorkwamen. Zo heet de Kleine Alk in Schlegel 1844: (D) Gemeiner Krabbentaucher. In N, en ook in Duitsland, was de Kleine Alk destijds beslist geen gewone ( = (al)gemene) verschijning.

< >