Gepubliceerd op 16-11-2020

Eider Eidereend Eidergans Eidervogel

betekenis & definitie

Somateria mollissima (Linnaeus: Anas) 1758. Forse Eendensoort uit arctische streken, die sedert 1906 ook in ons land broedt.

Het ♀ bekleedt haar nest met zachte veertjes, die als het zgn. Eiderdons bij de mensen zeer gewild zijn als isolerende vulling voor dekens en kleding. De wetenschappelijke naam verwijst naar die veertjes (mollissima 'zeer zacht'). Wegens het vrij grote formaat en mogelijk ook vanwege een voor een Eend wat ongewone snavelvorm, werd de vogel vroeger ook Eidergans genoemd. In het fries is dat nu nog zo: Eidergoes ←.BENOEMINGSGESCHIEDENIS Houttuyn 1763 noemde de soort, die hij uit de boeken kende: Eider-Vogel. In vD 1904 Eidervogel. B&O 1822 vermeldden de soort niet op hun Naamlijst van Nederlandsche Dieren. Schlegel 1828: de donsachtige eend. Schlegel 1852 "eidereend", cursief, ten teken van het provisorische karakter van de naam. De soort was toen in N nog bijzonder, getuige: "Wordt somtijds, in het koude jaargetijde, aan onze kusten geschoten." Thans is het officieel: Eider.

D Eiderente <Eider, Eider Gans (Klein 1750; bij hem ook het woord Eyder-Duhnen 'Eiderdons') <frembde Endt (Baldner 1666) [Suolahti]; E Eider <Common Eider (Hartert 1912) <Eider Duck (BOU 1883; Pennant 1768) <Wormius his Eider, soft-feathered Duck, St. Cuthbert’s Duck (Ray 1678); Am Common Eider.

ETYMOLOGIE De N naam zal wel zijn geleend, direct of indirect uit het ijslands, eind 17e eeuw [Suolahti p.438; Lockwoodp.57], begin 18e eeuw [NEW]. In het F is het woord edre al in 1200 geleend [Le Robert]. Deens Ederfugl; noors Mrfugl; zweeds Ejder (? Ada, ♂ Gudunge); ijslands Mdarfugl; ferösMda; <oudnoords xör. De soort broedt ook veel aan de kusten van Groenland, maar de naam is daar: Miteq Sujorartöq (zonder'Eider').

F Eider a duvet (1755) <mf edre 'Eider; Eiderdons' (1200) <oudnoords Mdur; {ook F duvet 'dons' <dumet <mf dum, dun <oudnoords dunn 'dons, donsveer' (vgl. etymologie van dons sub Donsstormvogel)}; poolsEdredon en ItEdredone, beide 'Eidereend', bevatten mogelijk het woord dun 'dons'!

De eventuele verwantschap van oudnoords xdr met andere vogelnamen is onzeker. Klassiek wordt verwezen naar Gr wxig otis 'Trap(gans)' en oudindisch ati'soort van watervogel'. NEW 1992 maakt echter melding van andere visies op dit probleem. Een alternatieve theorie gaat uit van verwantschap met Lat avis 'vogel' (en ovum 'ei'), via de dentaalafleiding *aud <*awip. Volgens Lockwood betekent oudnoords xdar simpelweg ‘dons', waarmee het zoeken naar verwante woorden voor de vogel in andere idg talen verder onnodig zou worden. De opvatting van Lockwood wordt echter niet gesteund door andere verwante woorden voor ‘dons'; integendeel, oudnoords dunn is qua vorm niet met xdar te verbinden.

De benaming voor Eidereend op Orkney en Shetland is Dunter. Volgens Lockwood 1993 heeft deze naam te maken met het dobberen op zee (lokaal dunting genoemd, en van oudnoordse origine); de woorden zouden kunnen samenhangen met N deinen (zie daarvoor de etymologie van dun sub Dunbekmeeuw) [mb.99B,6; Wilms 990226,2].

Houttuyn 1763: "Deeze Vogelen leveren die ongemeen fyne en zagte Pluimen uit, welke onder den naam van Eider-Dons zo beroemd zyn en kostbaar." Het woord Eiderdons is dus minstens 7 jaar ouder dan Sijs 2001 opgeeft ("1770"), maar uit het zinsverband valt op te maken dat het woord in het N al veel langer voorkwam.

< >