Gepubliceerd op 16-11-2020

Dwergooruil

betekenis & definitie

Otus scops (Linnaeus: Strix) 1758. Zeer kleine Uilensoort (vandaar Dwerg-) met 'oortjes' (vgl. sub Ooruil) of 'hoorntjes' (vgl. sub Hoornuil).

De soort komt voor in ZuidEuropa. Houttuyn 1762 kent hem slechts uit de boeken: "Om dat hy zyn Nesten altoos in holle Boomen maakt, heb ik hem Boom-Uiltje geheten." Schlegel 1858 noemt niet de naam van de soort, maar wel geeft hij een naam aan een 'groep' waartoe de Dwergooruil behoort en noemt deze "de Kleine Hoornuilen (Scops)". Op 8 september 1890 werd een exemplaar in Rotterdam gevangen. Albarda 1897 noemt de naam van het lemma; Calkoen spelt daarentegen Dwerg-Ooruil. D Zwergohreule; deens/noors Dvxrghornugle/Dverghornugle.Voor scops zie Wilms 970424,5. en in prep.

< >