Algemene N naam voor die categorie van Eenden die hun voedsel zoeken door in z'n geheel onder water te duiken [Grzimek 1973 p.580]. Functioneel het tegengestelde van de Duikeenden zijn de Grondeleenden of Zwemeenden ←.
De friese vertaling van het lemma is mij niet bekend [Visser 1993]. Het friese woord Dukein komt wél voor in enkele friese soortnamen zoals Brune Dükein en Grutte Bünte Dükein. Vlaams Duikaande, maar WVD geeft geen naam voor de andere groep (nl. die der Zwemeenden).
Schlegel 1858 gebruikte de naam van het lemma in het mv. (p.545), met Fulix1 als Lat vertaling.
De wetenschappelijke naam voor de tribus (zie Verantwoording: Termen) is thans Aythyini, de E: Pochards [BWP 1977 p.552], de D: Tauchenten [HVM 1968 p.25]. Opmerkelijk is datvD 1970 dit belangrijke woord niet kent, namelijk onder duikeend naar duikereend verwijst en daar een vage omschrijving geeft, die naar een soort (niet naar een tribus) verwijst.
Voor de etymologie van het eerste deel van de ss. (duik-) zie sub Duiker, voor het tweede deel zie Eend.
1 Tot de Duikeenden behoort niét de Meerkoet (waarmee men Fulix en Fulica associeert), want de Meerkoet is een Ralachtige en geen Eend. Duiken doet de Meerkoet wél erg frequent, waarmee de volksnaam Duikelhoender ← verklaard is. Zie ook sub Dukeloentje en Dukertjen.
