Bulweria bulwerii (Jardine & Selby: Procellaria) 1828. Een in de Lage Landen zeer zeldzame zeevogel, voor het eerst op de N nationale lijst gekomen door een ontdekking van Aat Schaftenaar (21 augustus 1995); de naam is een typisch voorbeeld van een boekennaam, wat blijkt uit een passage in HFP, N vertaling 1973: "Het enige kleine geheel zwarte stormvogeltje dat gezien kan worden in het Noordatlantisch gebied." Inderdaad doet deze soort sterk denken aan een Vaal Stormvogeltje, dat in de N naamgeving een verkleinwoord is.
De Bulwers Stormvogel is weliswaar wat groter dan het Vaal Stormvogeltje, maar de hoofdreden om in het N van Bulwers Stormvogel te spreken, is gelegen in het feit dat de soort, ondanks de uiterlijke gelijkenis, niet tot de familie der Hydrobatidae ( = Stormvogeltjes) wordt gerekend, maar tot de familie der Procellariidae ( = Stormvogels). Zodoende krijgt deze soort dezelfde 'achternaam' als de Noordse Stormvogel, een achternaam die het volk hem nooit gegeven zou hebben. Inderdaad is de soort bij het volk totaal niet bekend, want de eerste officiële N wn. is pas van 21 augustus 1995, nadat op 27 september 1990 de soort vermoedelijk ook al gezien was. Voor de etymologie van Stormvogel, zie aldaar.De soort is in veel talen, ook in de wetenschappelijke naam, genoemd naar James Bulwer (1794-1879), een engelse dominee (Norfolk), schilder, bevriend met de engelse schilder John Sell Cotman (1782-1842) en natuurliefhebber met vooral interesse voor schelpen (uit dien hoofde door Leach voorgedragen voor de Linnean Society), die in de winters van 1825, 1826 en 1827 reisde in Spanje, Portugal en Madeira: Rambles in Madeira and in Portugal, in the early part of 1826, anoniem, maar geschreven door zijn reisgenoot Alfred Lyall. Bulwer maakte een schilderij van de naar hem genoemde soort, ws. naar een exemplaar dat verzameld werd tijdens een kampeerpartij op de Deserta's in het begin van 1825 [M&M 1988].
Schlegel 1844 noemt D Bulwers Schwalbensturmvogel (thans D Bulwersturmvogel [Jonsson 1992]) en F Thalassidrome de Bulwer (thans F Pétrel de Bulwer). R Boel’werof Taifoennik [NAE 1958] >R Dhnnochwóstyj Taifoennik [BWP 1977] (R Taü^yH taifóén 'tyfoon'; vgl. het idee van Fregat(storm)vogel; R dlinno-chwóstyj = 'langstaartig'; vgl. R XBOCT chwost sub Blauwstaart).
