Volksnamen voor de Witte Kwikstaart ← [Schlegel 1852; 1854-1858]. Ook Akkermannetje ←.
De vogelnaam is gemotiveerd doordat de Witte Kwikstaart graag om de boerderij en op landerijen voorkomt (N/mnl bouwman 'boer'). Fries Boumantsje, gronings Baauwmantje, drents Bouwmannegie [Smit 1996], Bouwmeistertien (Veluwe), Bouwmeisterken (Twente) [B&TS 1995], achterhoeks Bouwmeisterke(n), Bouwmeesterke(n), Bouwmenneke(n) en de verbasteringen Bommeisterken, Bouwpietje en Bouwmeeske ← [Schaars 1989]. In Friesland ook Boumantsje-wipsteert.Zie ook Geel Bouwmannetje ( = Gele Kwikstaart).