Gepubliceerd op 16-11-2020

Beukvink

betekenis & definitie

Volksnaam (o.a. in Katwijk) voor de Vink ← [B&TS]. D Buchfink (<mhd buochvinke), zweeds Bofink <Bockfink (bij Rudbeck [Anfalt et al.]), noors Bokfink, deens Bogfinke, ijslands Bókfinka.

Het eerste lid staat steeds voor de naam van de boom (Beuk Fagus sylvatica). Zie ook Boekvink, Bokvink en Botvink.ETYMOLOGIE N Beuk <mnl boeke, boec, boke, oudsaksisch boka, D Buche <ohd buohha, germ *bok(i)on <idg *bhags (hiermee verwant is Lat Fagus 'Beuk' <Gr ^pyóg, dorisch ^ayóg phagos ‘ Eik'). NEW 1992 vat de verschillende theorieën over herkomst en betekenis kort samen. Een uitleg is, dat het grondwoord met Gr ^ayetv phagein 'eten' te maken heeft, duidend op de eetbaarheid van de vruchten van de Beuk en de Eik).

1. De woorden voor Beuk in de germaanse en italische talen in combinatie met het verspreidingsgebied van de Beuk, hebben geleid tot een theorie over de meest oorspr. woonplaats van de ‘Indogermanen' (Zuid-Rusland).
2. Het woord voor Beuk heeft al in een vroeg stadium een betekenis gekregen voor ‘letter' (bijv. gotisch boka, vgl. ook D Buchstabe) wegens het snijden van letterfiguren uit (Beuken)hout en (hieruit ws.) later voor ‘boek'.}

< >