Voeding (invloed op mondholte, keel en stem) - Op de mondholte, keel en stem heeft de aard van de voeding grooten invloed. Overvloedige vleeschvoeding en veel oplosbare koolhydraten hebben een afscheiding van speeksel met een zure reactie ten gevolge. Dergelijk zuur reageerend speeksel bevordert de vorming van tandsteen en ook den groei van micro-organismen in de mondholte.
Vandaar dan ook, dat door velen aangeraden wordt, na gebruik van zoete stoffen, ooft en vleeschspijzen, den mond te reinigen met een vloeistof van een geprononceerd alkalische reactie. Het drinken van alkalisch mineraalwater zou in dat opzicht van bijzonder belang zijn. Tandpasta’s, die neutrale zeep bevatten, en dus de zure reactie van het speeksel neutraliseeren, zouden conserveerend werken.
Speeksel zelf werkt mede als conserveeringsmiddel doordat het bactericide eigenschappen heeft, welke eigenschap in een alkalisch milieu verhoogd wordt. Spijzen, die flink gekauwd moeten worden, geven aanleiding tot overvloedig afscheiding van speeksel. Van groot belang voor de ontwikkeling en regelmatigen groei van de tanden is een voldoende kalk- en magnesiumgehalte van het voedsel (zie Kalkzouteri). Drinkwater met een behoorlijke hardheid vervult in dat opzicht een belangrijke functie (zie Drinkwater). Ook kalkhoudend voedsel is hierbij van groot nut, bijv. melk of melkproducten. Het gebruik van kauwgom bevordert in hooge mate de speekselafscheiding. Verschillende besvruchten schijnen eveneens een bijzonder gunstigen invloed op mondslijmvlies, keel en stembanden te hebben.
Boschbessen- en zwarte bessensap worden bijv. meermalen als gorgeldrank aanbevolen. Bier zou, speciaal op de stembanden, een minder gunstigen invloed uitoefenen. Ook alkoholica hebben een soortgelijke uitwerking. Een feit is, dat misbruik van alkohol dikwijls aan een schor stemgeluid te herkennen is (grocstem). Ook tabaksgebruik is van invloed op keel- en stembanden, in het bijzonder zouden sigaretten in dat opzicht schadelijk zijn. Eierdranken gelden als een goed „smeermiddel" voor keel- en stembanden; ontegenzeggelijk zal hieraan de dikvloeibare consistentie niet vreemd zijn.
