Voedings en Genotsmiddelen

dr. M. Wagenaar (1938)

Gepubliceerd op 26-01-2019

Kaneel

betekenis & definitie

Kaneel is een der oudste specerijen. Herhaalde malen wordt in den Bijbel van deze aromatische stof gesproken. Volgens Herodotus zouden de Grieken dezen geurigen bast van de Syriërs en Sidoniërs betrokken hebben. De kaneelbast werd spoedig een der voornaamste handelsproducten van de Oost-Indische Compagnie, die te Colombo op Ceylon, het kaneeleiland, geregelde cultures aanlegden, omdat ze bevreesd waren, dat door roofbouw de boom uitgeroeid zou worden.

De kaneelboom kan overal groeien, maar de geurigheid van het product is in hooge mate afhankelijk van den bodem waarop de bast gekweekt wordt. De superieure kwaliteit van de Ceylonkaneel is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Voor het oogsten van den bast kiest men loten van 4 voet en 2 cm doorsnede. Deze stokjes worden geschild en de pijpen bast bij zonnehitte ingedroogd; hierbij verliezen ze ongeveer 70 % in gewicht. Van de fijnste soorten gaan er ongeveer 20 pijpen in één pond. Ze worden in elkander geschoven, bij bundels van 50 kg verzonden. De beste kaneel komt van het middenste gedeelte van de twijg, de topbast en voetbast geeft tweede kwaliteit. Afvalstukjes heeten „chips” en dienen voor de bereiding van kaneelolie.

Javakaneel komt in kwaliteit het product van Ceylon zeer nabij. In Oost-Indië komt verder de wilde kaneelboom voor, deze levert de gewone kaneel, een natuurproduct, dat ook den naam van „cassia” heeft. De pijpen zijn niet in elkander gestoken zooals de Ceylonkaneel. Ze zijn ook veel dikker dan het geurige Ceylonproduct en bruin gestreept, terwijl het edele product egaal van tint is en zelfs aanleiding gaf tot de benaming van een bepaald soort bruin als „kaneelkleur”. Ook China brengt groote hoeveelheden cassia voort. Kaneelbast moet in aparte molens vermalen worden. De geur is zoo doordringend, dat ze zich aan andere producten mee zou deelen, vandaar dat men in een kaneelmolen geen ander specerijen kan vermalen.

In China wordt veel cassiaolie gedestilleerd. Kaneelknoppen zijn de uitgebloeide knoppen van den kaneelboom. Ze geuren eveneens naar kaneel en mogen volgens het Specerijenbesluit aan het gemalen product worden toegevoegd. De Malabarkaneel is houtachtig en beslist het minst geschatte product; de smaak is weinig aromatisch, eenigszins houtachtig. De vluchtige olie wordt meestal uit chips gestookt. Chocolade en thee worden vaak met een spoortje kaneelolie gearomatiseerd.

In het Specerijbesluit worden genoemd Ceylonkaneel, Kaneel (andere soorten) en Kaneelknoppen. Ceylonkaneel mag niet meer dan een aschgehalte van 5 % hebben. Het ruwzandgehalte mag niet hooger zijn dan 2 % en het gehalte aan vluchtige olie moet minstens 1,5 % bedragen. Andere kaneelsoorten mogen een aschgehalte hebben van hoogstens 8 %, een ruwzandgehalte van hoogstens 2 %, terwijl het gehalte aan vluchtige olie niet lager mag zijn dan 1 %. Kaneelpoeder moet op verpakkingen als zoodanig duidelijk aangeduid worden. In winkels waar de specerij los verkocht wordt, moet deze aanduiding op voorraadflesschen, laden enz. vermeld worden, in hoofddrukletters van minstens 1,5 cm hoogte en 1 mm lijndikte. Kaneel moet voldoen aan de algemeene eischen van Zuiverheid, die aan specerijen gesteld worden (zie Specerijen).

Kaneel olie heeft zeer sterk desinfecteerende eigenschappen, oudtijds werden voorwerpen, die men wilde bewaren in kaneelsnippers verduurzaamd.

De vluchtige olie is een uitnemend middel om muggen en andere insecten te verdrijven (een paar druppels op een wattepropje nabij het hoofdkussen, de olie geeft in linnengoed gele vlekken!).

< >