Bij de zeventiende-eeuwer S. van Rusting komt de bastaardvloek o bloet van slakken voor. Wij hebben hier te maken met een verbastering van een verbastering.
Ik ga uit van o gans bloet. Dit werd letterlijk opgevat, en in gans zag men de eendachtige watervogel. Was een dergelijk procédé eenmaal ingeslopen, dan kon de gans gemakkelijk vervangen worden door een ander dier, in dit geval een slak. —> bok, das, gans1, haas, hond, kat, kievit, koe, koekoek, konijn, kraai, kreveren, muis, varken, vink, wolf.