Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

schijt, schijterij

betekenis & definitie

In de 17de eeuw komt voor ick wensch dat gij kreeght voor Uw loon het schijt. Als aanduiding voor een overvloedige of dunne afgang en dus een groot ongemak lijkt dit woord geschikt als bouwsteen voor verwensingen, evenals overigens de afleiding schijterij. Krijg de/het schijt, schijterij! vond ik beide in mijn enquêtemateriaal.

Het is een uitroep die uitdrukt dat men aan een persoon of zaak geen waarde hecht, dat men er zich niet om bekommert of zich er niets van aantrekt. De verwensing laat-ie de schijt krijgen! drukt thans minachting, afkeer of onverschilligheid van de spreker uit ten opzichte van het gebeuren of de daad van een ander, of kritiek van een ander op een daad van hemzelf. Krijg het vliegende schijt! kon ik noteren voor Kuringen, Leuven en Aarschot.

In Amsterdam kent men krijg de schijt, (dan) kun je stront ruimen! De eerste leden van de samenstellingen met schijt versterken daarbij de verwensing: krijg het bluhberschijt!; krijg de draadnagelschijterij, dan kun je je eigen rijk schijten in een ijzerwinkeltje!; krijg de schijttyfus!; krijg de schijtzenuwen!; krijg het kletterschijt!; krijg het paddeschijt!; krijg de slinger schijt!; krijg het syfiliskankerschijt! en krijg de spijkerschijt! Mullebrouck (1984) kent voor Vlaanderen ook nog hij mag van mij gerust het zwart schijt krijgen! Deze verwensingen duiden minachting en afkeer aan.zie chips, diarree, racekak, schijten, shit, slingerschijt, spuitpoep.

< >