Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

goffiemoppie, gossiemoppie

betekenis & definitie

In de tweede bundel liedjes, wijsjes en prenten (z.j. ca. 1904) van J.H. Speenhoff staat een liedje getiteld De mode. In een van de coupletten daarvan komt de bastaardvloek goffiemoppie voor: “Als zoo’n modeheer wil zoenen// staat hij duizend angsten uit// die geinfecteerde lippen// zijn nadeelig voor de huid.// Zou z’n das misschien verschuiven// of z’n broek raakt uit de plooi// goffiemoppie, nee niet zoenen// want z’n snor zit net zo mooi.” De vloek is een substituut voor godverdomme en bestaat uit de elementen go(d)ver en moppie ‘wijfje, koosnaam voor een vrouw’. Gossiemoppie drukt met ritmische behendigheid afkeer uit.

< >