In de tweede bundel liedjes, wijsjes en prenten (z.j. ca. 1904) van J.H. Speenhoff staat een liedje getiteld De mode. In een van de coupletten daarvan komt de bastaardvloek goffiemoppie voor: “Als zoo’n modeheer wil zoenen// staat hij duizend angsten uit// die geinfecteerde lippen// zijn nadeelig voor de huid.// Zou z’n das misschien verschuiven// of z’n broek raakt uit de plooi// goffiemoppie, nee niet zoenen// want z’n snor zit net zo mooi.” De vloek is een substituut voor godverdomme en bestaat uit de elementen go(d)ver en moppie ‘wijfje, koosnaam voor een vrouw’. Gossiemoppie drukt met ritmische behendigheid afkeer uit.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk