Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

Gepubliceerd op 14-11-2019

duiker

betekenis & definitie

Duiker is volgens het wnt een woord dat in plaats van duivel gebruikt wordt, oorspronkelijk uit schroom voor dit woord. Het fungeert als substituut voor duivel, waarmee het qua klank enigszins overeenkomt.

Overigens wordt het als zodanig na de 17de eeuw niet meer gebruikt. In het Middelnederlands vinden wij de duiker haal je! ‘de du(i)vel hale je’.

In P.C. Hoofts Schijnheilig [1617] wordt duiker versterkt tot duisendt duickers. Gallitalo, de vertaler van Alle de geestige Werken van François Rabelais [1682] gebruikt zelfs honderd duizend duitsche duikers. Bij de zeventiendeeeuwse blijspeldichter Th.

Rodenburgh noteren wij o gansch duiker, waarbij gansch een verbastering is van Gods. In het hedendaags Nederlands komt voor te duiker! ‘verdomme, verduiveld’.zie droelie, droes, droeskop, drommel, drumpel, duin, duivekater, duivel, duiventer, duizend, Heintjeman, Heintje Pik, honderd, Joost, nikker, pikken, vijand.

< >