(bw.) - willens nillens, goedschiks of kwaadschiks.
Ford is daarmee willens nillens lid geworden van het selecte clubje showbizzvedetten naar wie een dier werd genoemd. - GvA, 22-11-2002.
Hij moet zich, soms willens nillens, aanpassen aan de geplogenheden en tradities die een club kenmerken. - BvL, 21-11-2002.
zie wetens.