Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

vernepen

betekenis & definitie

(bn. en bw.) onvolgroeid, klein, nietig, miezerig.

Van latere graansoorten gaat de wortel aan het rotten, de wortel geraakt vernepen en de graankorrel zal klein blijven, met een gering gewicht. HN, 20-07-2000.

- vernepen zitten, opeengepakt, dicht op elkaar zitten.
- vernepen wonen, klein behuisd zijn.

< >