Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

punt

betekenis & definitie

- een goed/slecht punt krijgen een goede, slechte beoordeling krijgen op school.

- zich op zijn punt houden, voet bij stuk houden.
- op puntstellen/zetten, een machine instellen, afstellen of een kwestie afhandelen, regelen of een plan uitwerken, een dossier bijwerken.

Over de kweekbiologie van tong was echter weinig bekend, zodat we die zelf hebben moeten op punt stellen. - Fedra, mei 2002

De tartaar van verse tonijn heeft hij zelf op punt gezet en is een variatie op de vroeger zo populaire tartaar van zalm. - Weekend Knack, 14-08-2002.

- het staat op punt, het is in orde.

De kernspelers die bleven, zijn gegroeid, de nieuwkomers blijken stuk voor stuk iets aan de groep toe te voegen, de sfeer is prima en het spelsysteem staat op punt. - HN, 14-08-2002.

zie lijn, oppuntstelling, rondpunt.

< >