(de, -s), pinkerlicht (het, -en), pinklicht (het, -en) richtingsaanwijzer, knipperlicht.
Buurtbewoners protesteerden zaterdag in stilte op het dodelijke kruispunt, omdat de lichten niet behoorlijk functioneerden en reeds drie weken het oranje pinklicht tonen. - HN, 15-07-2002.