Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

opvoeder

betekenis & definitie

(de, -s), opvoedster <bnl.> surveillant of groepsbegeleider in een internaat of jeugdinstelling.

‘Danny's familie steunt hem. Door vakantiewerk te doen kan hij zich op een positieve manier bewijzen. Dat is in elk geval beter dan in de instelling blijven’, zegt de opvoeder. - DS, 13-08-2002.

< >