(gareerde, gegareerd)
- een trein gareren, een trein op een zijspoor zetten.
- de auto gareren, de auto in de garage zetten, de auto stallen.
Wij voorzien in deze ondergrondse eveneens stallingplaatsen die tweehonderdtwintig mensen uit deze buurt eindelijk de kans bieden om ook hun autootje veilig te gareren. - HN, 13-03-1999.