(flikte, geflikt) - iemand flikken, in de val lokken, een loer draaien.
Erwin Vervecken: ‘Ik kon ook niet achter hem door naar links manoeuvreren, want daar zat handig zijn ploegmaat xxx. Ik voel me toch wat geflikt. Het was iets té. Vandaar dat ik onmiddellijk een klacht indiende.’ - DS, 14-01-2002.