(buisde, gebuisd) zakken, een onvoldoende krijgen.
‘Ik denk niet dat er veel zullen buizen’, lacht ze. - BvL, 13-03-2003.
- gebuisd worden, zakken, niet slagen, laten zakken, een onvoldoende geven.
- iemand buizen bijzijn examen, laten zakken, afwijzen.