Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

binnendoen

betekenis & definitie

- de oogst binnendoen, de oogst binnenhalen.

- iemand binnendoen, iemand versieren, iemand verleiden.‘

De andere leerlingen reageerden in eerste instantie heel terughoudend. Hun leerkracht had verteld dat er een leerling bij zou komen en dat het een vrouw was. Ze hadden onderling gewed om een bak wie mij het eerst zou “binnendoen”,’ lacht xxx. ‘en dan bleek ik de leeftijd van hun moeder te hebben.’-DM, 11-04-2003.

< >