Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

Gepubliceerd op 26-08-2022

archi-

betekenis & definitie

(voorvoegsel) versterkend: heel, erg, buitengewoon

- archi-lelijk, aartslelijk.

De historische, soms archi-lelijke tekeningen zijn van de hand van Duitse kunstenaars uit de 19de en het begin van de 20ste eeuw. - HN, 25-01-2003.

- archi-slecht, buitengewoon slecht.

< >