- in afwachting dat, tot, in afwachting van.
- we blijven thuis in afwachting dat het mooier weer wordt, we blijven thuis tot het mooier weer wordt, in afwachting van mooier weer.
De burgemeester beschouwt dit als een voorlopige oplossing in afwachting dat de politiezone zelf opnieuw beschikt over voldoende agenten. - FET, 11-02-2003.