Gepubliceerd op 14-03-2021

Zegelrecht

betekenis & definitie

belasting, verschuldigd op alle papier of perkament, dat wrordt gebruikt voor alle burgerlijke (hetzij administratieve, openbare of onderhandsche) en gerechtelijke akten, zoomede voor alle geschriften, die in rechten als bewijs kunnen worden overgelegd en alle andere stukken, die aan die belasting zijn onderworpen door de Zegelwet van 3 October 1843 (Stbl. nO'. 47), zoo als deze bij verschillende wetten is gewijzigd en de wet van 24 Mei 1897 (Stbl. no. 155), regelende het zegelrecht van effecten.

De belasting bestaat in:

1. Het recht, naar de oppervlakte van het papier (formaatzegel), waaraan is onderworpen alle papier of perkament, gebruikt voor minuten, brevetten, grossen, afschriften, uittreksels en dubbelen van burgerlijke, gerechtelijke, buitengerechtelijke, onderhandsche akten en vonnissen, voor registers, boeken, verzoekschriften, memoriën van aangifte voor het recht van successie en van overgang en verder, in den uitgebreidsten zin, voor alle stukken en geschriften, die eenigen titel, recht of voordeel opleveren, of tot eenig bewijs strekken, behalve die geschriften, die van zegelrecht zijn vrijgesteld of aan een ander zegelrecht zijn onderworpen.

Alle bovengenoemde stukken moeten ais regel worden gesteld op het van Rijkswege uitgegeven papier — dat wordt onderscheiden in groot registerpapier, registerpapier, gewoon papier, half vel gewoon papier en klein papier, waarvoor het recht bedraagt resp. f 1.—, f 0.75, f 0.50, f 0.25 en f 0.15, met 50 opcenten — en wel op dat van f 0.50, behalve voor de in art. 13 genoemde stukken, waarvoor dat van fO.25 of f 0.15 mag worden gebezigd, terwijl bij overtreding een ambtenaar f 25 en een particulier f 10 boete, met 50 opc. beloopt.

Men mag ook ander dan rijkspapier of wel perkament gebruiken, na dit vooraf te hebben laten stempelen, hetgeen echter, voor zooveel perkament betreft, niet is vergund aan de griffiers der rechterlijke collegiën, notarissen, procureurs en deurwaarders (art. 14).

2. Een vast zegelrecht: a. voor buitenlandsche paspoorten voor één persoon f2.50 en voor meer personen f 5.—, met 50 opcenten; b. van f0.05 (zonder opc.) voor het buiten ’s lands betaalbaar handelspapier en ’t binnen ’s lands betaalbaar kort handelspapier, d. i. dat betaalbaar is op zicht, 3 dagen na zicht, of 8 dagen na de dagteekening, c. van f0.05 (zonder opc.) voor alle niet ten overstaan van een openbaar ambtenaar opgemaakte kwitantiën en andere eenzijdige akten, bevattende de erkenning van het geheel of gedeeltelijk teniet gaan van geldschulden (behalve belastingen) van meer dan f 10.

Bij overtreding bedraagt de boete voor de stukken onder a. f 25 (met 50 opc.), voor die onder b. 100 X ’t recht, doch minstens f 25 (zonder opc.) (behoudens ’t bepaalde onder no. 3, b hierna) en voor die onder c. f25 (zonder opc.).

3. Het evenredig zegelrecht voor:

a. alle onderhandsche akten van verhuring, onderverhuring, overdracht en wederoverdracht (en hunne dubbelen) van onroerende zaken, bedragende f 0.25 (met 50 opc.) van elke f 100, verschuldigd bij huur enz.: voor bepaalden tijd over den vollen jaarlijkschen prijs der eerste 2 en dien halven prijs de volgende jaren, voor ’t leven of voor onbepaalden tijd resp. over 10 X of 20 X dien prijs en berekend over ronde sommen van flOO tot f2000 en daarboven over sommen van f200. Bij overtreding bedraagt de boete 7x/2 % van de som waarover ’t recht verschuldigd is;

b. wissels, orderbriefjes, assignatiën en ander handelspapièr binnen ’s lands betaalbaar (behalve dat sub 2, b. hiervoor genoemde), bedragende f 0.05 (zonder opc.) van elke f 100, dat wordt berekend over ronde sommen van f 100 tot f 500, daarboven over ronde sommen van f 500 en boven f 10000 over ronde sommen van f 1000. Bij overtreding bedraagt de boete 100 X het niet betaalde recht, doch minstens f25 (zonder opc.), welke ook is verbeurd door ieder, die eenig handelspapier hier te lande heeft verhandeld, geaccepteerd, geëndosseerd, betaald, gequiteerd of voor aval geteekend of laat protesteeren, zonder vooraf het zegelrecht te voldoen, waartoe elke houder is verplicht, op straffe van aansprakelijkheid voor de door vroegere houders beloopen boeten;

c. jacht- en vischakten f 0.30 (met 50 opc.) van eiken gulden, berekend over ’t recognitierecht dier akten en wel over reeksen van f 2.50 tot f 15 en daarboven over reeksen van f 5.

4. Het zegelrecht van effecten n.l. voor:

a. aandeelen in premieleeningen f 1.— per f 100.

b. aandeelen in binnenlandsche maatschappijen of ondernemingen f 0.30 per f 100,

c. pandbrieven van binnenlandsche hypotheekbanken, die alleen geld leenen op hypotheek van binnenlandsch vast goed, f 0.10 per f 100', en

d. voor alle andere stukken die, onder welken naam ook, behooren tot de publieke fondsen f 0.20 per f 100 (alles zonder opc.).

Het recht, berekend over ’t kapitaal of bij gebreke over 20 X jaarl interest, bedraagt minstens 5 ct., klimt op met 5 ct. tot 25 ct., tot f 5 met 25 ct. en daarboven met 50 Ct.

Aan formaatzegel (zonder opc.) onderworpen: oprichtersaandeelen, actions de jouissance en dergelijke stukken.

Boete van 100 X ’t recht, doch minstens f 100 per stuk verbeurd door hem die niet behoorlijk gezegelde effecten ontvangt — bewaargeving uitgezonderd — zonder ze binnen 8 dagen te doen zegelen, effecten uitgeeft, in omloop brengt, overdraagt, verpandt, beleent, ter aflossing of conversie aanbiedt of daarvoor certificaten uitgeeft, zonder ze vooraf te doen zegelen.

In alle zaken, waarin het Rijk met particulieren, openbare instellingen, prov. of plaatselijke besturen is betrokken, wordt het Z. gedragen door deze laatsten.

Er is voor dezelfde overtreding, ofschoon meermalen in hetzelfde stuk begaan, slechts eenmaal de boete Verschuldigd.

Voor de zegelrechten en boeten zijn, ieder voor ’t geheel, aansprakelijk:

a. al de contracteerende partijen in wederzijds verbindende onderhandsche acten;
b. al de onderteekenaren van eenzijdige onderhandsche acten;
c. al degenen, welke de aan het zegel onderhevige registers houden of voor hen door anderen doen houden.

Het gezegeld papier, van wege het Rijk uitgegeven, is behalve van den zegelstempël, voorzien van een bijzonder merkteeken. Gezegeld papier mag alleen verkocht of uitgegeven worden door degenen, door of van wege het departement van financiën daartoe aangesteld of gemachtigd. *

Een gezegeld papier mag slechts voor een enkele acte, geschrift of drukwerk gebruikt worden (behoudens de bepalingen van art. 7 der Zegelwet).

Voor alle huiselijke papieren, brieven en geschriften, welke volgens hun aard niet op gezegeld papier behoeven te worden gesteld, moet evenwel het Z. worden voldaan, alvorens in rechten te kunnen worden overlegd of voordat daarvan authentieke afschriften of uittreksels worden gegeven. Alles behoudens de vrijstellingen, opgesomd in den derden titel der Zegelwet.

< >