Nausea, eigenaardig gevoel van onwelzijn, dat lieden die niet aan het slingeren en stampen van een schip gewoon zijn, op zee dikwijls overvalt. Bij de lichtste vormen bestaan de verschijnselen in gebrek aan eetlust en afkeer van eten.
Dikwijls, en vooral indien de lijder met alle kracht zich tegen het gevoel van onbehagelijkheid verzet, blijft het hierbij. In de heviger gevallen ligt de lijder als machteloos neer, volkomen onverschillig voor wat om hem heen voorvalt, ofschoon zich daarvan wel bewust; al wat hij tot zich neemt wordt weer overgegeven, en is de maag ledig, dan geeft zij nog gal en slijm op. De Z. is wel een zeer onaangename en lastige, doch geen gevaarlijke ongesteldheid; gevallen met doodelijken afloop zijn tot nog toe niet geconstateerd. Doorgaans treedt na een paar dagen genezing in. Over de oorzaken bestaat nog veel verschil van meening. Een sterke maag geldt bij leeken ten onrechte als een voorbehoedmiddel.
Menschen met zware maagziekten blijven niet zelden van de Z. verschoond. Regel en matigheid in het gebruik van eten en drinken, onthouding van sterke dranken, verblijf op het dek, zorg voor de ontlasting en verzet tegen opkomend gevoel van onpasselijkheid zijn tamelijk vertrouwbare voorbehoedmiddelen tegen Z. gebleken, terwijl van de vele in- en uitwendige middelen, tegen de Z. aangeprezen, tot dusver nog geen enkel afdoende geholpen heeft.
