Gepubliceerd op 14-03-2021

Yellowstone

betekenis & definitie

rechter zijrivier van de Missouri, komt uit het Y.-meer, doorloopt de staten Wyoming en Montana, en mondt uit bij Fort Union; 860 km. lang. In zijn brongebied ligt het vermaarde Y.-Park, zie ald.



Yellowstone-Park

Yellowstone National Park, heuvelachtig plateau in het noordwesten van den N.-Amerik. staat Wyoming '(op een paar smalle strooken na, die in Montana en Idaho liggen), het hoogste gedeelte van het Rotsgebergte, tegelijkertijd de plaats waar de inwendige warmte der aarde het dichtst bij de oppervlakte komt en zich ontelbare uitwegen gebaand heeft. Vulkanische uitbarstingen komen er wel niet meer voor, maar de geheele landstreek (park is een zeer oneigenlijke benaming), die een oppervlakte beslaat van circa 13.000 km.2, is bezaaid met warme bronnen en geisers, dikwijls honderden dicht bij elkander, die de geheele oppervlakte van een dal of van de helling eener hoogte bedekken. In zijn geheel is deze aardplek een wondervol oord van verheven natuurschoon. Y. ligt ingesloten tusschen hooge bergen en is bedekt met lage, veelal met geboomte begroeide heuvelen, afgewisseld door enkele hoogere toppen. Het midden wordt ingenomen door een uitgestrekt meer, waardoor de Yellowstone-rivier heenloopt. De tegenw. bodem van liet park bestaat uit oude lavastroomen, die op een ondergrond van krijtachtige gesteenten rusten.

De kleur der rotsen is op vele plaatsen helder geel (vandaar de naam, die Gele-steen-park beteekent). 3/4 van het jaar is de geheele streek met sneeuw bedekt en zoo goed als ontoegankelijk; de rest van het jaar heeft het park het klimaat der hooge Alpen: frissche lucht met helderen hemel, onophoudelijk afgewisseld door zware onweders. De korte zomer is de tijd voor een bezoek aan deze plaats en jaarlijks brengen vele duizenden eenige dagen in deze streken door. 3/4 van het park is bedekt met dennenbosschen, waarin slechts eene soort wordt gevonden, de zwarte den (Pinas contorta), en die slechts weinig onderhout hebben (zodevormende heestertjes, kruipende ceder, roode ceder en andere besdragende heesters). Hier en daar leveren uitgestrekte weiden van gramma-, buffalo- en bunchgras overvloed van voedsel voor de nog in het park huizende herten en antilopen. De koude en de kortheid van den zomer maken den grond ongeschikt voor bebouwing. In het wild leven er nog bisons, elanden, beren, herten; het eekhoorntje komt er zeer algemeen voor. De wateren zijn zeer vischrijk (forellen enz.).

De landstreek, welks bestaan vroeger onbekend was, is omstreeks 1863 door beverjagers nader bekend geworden en daarna onmiddellijk onderzocht. In 1872 besloot het Congres de geheele landstreek te onttrekken aan industrie en landbouw, haar zooveel mogelijk ongeschonden te laten en haar zoo te reserveeren voor het nut en het genoegen van het amerik. volk. Huizen mogen er niet in gebouwd worden; wel echter zijn er eenige wegen aangelegd en in de omgeving daarvan eenige hotels opgericht, terwijl nabij den heuvel Mammoth Hot Springs, het hoofdstation der gewone toeristenmis, voor militaire doeleinden een dorp is aangelegd. Literatuur: prof. Hugo de Vries, Het Yellowstone-Park (Amst. 1905, no. 13 „Wereldbibliotheek”).

< >