(d. i. Beheerscheres van het Oosten) chin.
Hai-stan-wai, vroeger PortMay geheeten, vesting eersten rang, haven- en hoofdstad van het russisch-siberisch Kustgebied, ligt onder 43° 6' N.B. en 131° 54' O.L. van Gr., op het zuideinde van het schiereiland Murawjew-Amurskij, tusschen de baai de Gouden Hoorn en de Amurbaai, is eindpunt van den spoorweg Chabarowsk—W. (op welke bij het station Ketrizewo, 108 km. van W., de Mandsjoerijsche spoorweg uitkomt), is zetel van den gouverneur en telde 1901: 38.000 inw. (w.o. ruim 27.000 militairen, 6000 Chineezen, 2300 Japanners, 2200 Koreanen, enz.); is door de telegraaf door Siberië heen verbonden met Europa en over Nagasaki met Sjanghai; eenige industrie, veel scheepvaart en handel. De haven van W. is 7 m. diep en kan een 50-tal schepen ter lengte van 75 m. bevatten; scheepsverkeer 1901: aangekomen 376 schepen, tezamen 531.607 registerton; invoer van meel, rijst, thee, suiker, dranken, manufacturen, ijzerwaren; uitvoer van timmerhout, gedroogde visch, trepang. W. is sinds 1860 ontstaan uit een toen ingestelden militairen post; 1876 werd de krijgshaven van Nikolajewsk hierheen verlegd, 1880 werd W. tot stad verheven en sinds 1888 is het hoofdstad van het Kustgebied. De beteekenis van W. als eindpunt van den Siberischen spoorweg, is door den aanleg van den Mandsjoerijschen spoorweg, welke het verkeer naar de nieuwe vrijhaven Dalny voert, zeer verminderd; sinds 1900 is het geen vrijhaven meer, wat het sinds 1872 was. In den russisch-japanschen oorlog was W., vooral gedurende het beleg en na den val van Port-Arthur, de operatiebasis der russische vloten.
