nederl. rechtsgeleerde, geb. 12 Maart 1858 te Haarlem, studeerde te Leiden, waar inz. prof. Buys zijn leermeester was, promoveerde 1879 (op proefschrift: De rechtstaat volgens de leer van Rudolf Gneiss) tot doctor in de beide rechten, werd reeds een maand daarna tot hoogl in de wijsbegeerte des rechts en de encyclopaedie des rechts benoemd (Leiden), en aanvaardde zijn ambt Jan. 1880 met een oratie over De wetenschap der gerechtigheid; beweegt zich ook op politiek terrein en is sinds 1903 afgevaardigde van Leiden in de Tweede kamer.
Hij schreef over rechtsgeleerde onderwerpen en over Toynbeewerk in „De Gids”, in het „Rechtsgeleerd Magazijn” en in het „Weekblad van het Recht”.