geb. 1708 te Winschoten, predikant te Weerden in OostFriesland, sedert 1734 te Midwolde, waar hij in 1750 overleed; bekend door een in 1740 uitgegeven en meermalen herdrukt geschrift, getiteld: Het innig Christendom, vol mystieken onzin, reeds terstond na de uitgave ernstig bestreden, doch de grove zinnelijke voorstelling en de wanstaltige uitdrukkingen deden het groeten opgang maken; het wezen des innigen Christendoms achtte hij gelegen in de zg. vijf nieten: „De mensch wil niet, kan niet, moet niet, heeft niet en deugt niet”. Vgl.
H. van Berkum, Schortinghuis en de vijf nieten (Utr. 1859).