Gepubliceerd op 14-03-2021

Willem hendrik warnsinck

betekenis & definitie

Bzn., ned. dichter, 1782—1841; bevriend met Tollens; werken: De ontkoming van Hugo de Groot uit Loevestein (tooneelspel, 1824), De weduwe van Albrecht Beyling (dramatisch tafereel, 1827), De slag op de Zuiderzee in 1573 (tooneelspel, 1831), de treurspelen Seipio en de Spaansche bruid (1833), en De dood van Willem 1 (1836), verder De toekomst (in drie zangen, 1827), Lorenzo en Blanca (romantisch gedicht, 1839), en een menigte verspreide gedichten.

Zijn zoon, Isaac W., architect, 1811—57, bouwde verscheidene groote buitenverblijven en verder vooral cellulaire gevangenissen (Amsterdam en elders), naar het Engelsche stelsel. Zijn ontwerpen voor een nieuwe beurs te Amsterdam (1836) werden wel bekroond, doch niet uitgevoerd. Van 1854 af was W. wethouder te Amsterdam.

< >